02/02/2020 - 00:00
Wat maakt iemand een goede tuinaannemer? Passie voor groen, kennis van bodem en planten, oog voor kwaliteit en… een flinke dosis Oost-Vlaamse bescheidenheid. Bert Bauwens uit Waasmunster is al 18 jaar actief in het vak, en dat voel je. In dit openhartig gesprek vertelt hij hoe het allemaal begon in de moestuin van zijn grootvader, waarom hij TerraCottem standaard toepast bij gazonaanleg en waarom hij het belangrijk vindt om zijn collega’s te helpen, zelfs al zijn het concullega’s. En oh ja: binnenkort laat hij z’n werk ook vanuit de lucht bewonderen — als winnaar van onze dronewedstrijd!
| Interviewer: Davy Ottevaere |
Hey Bert. Nogmaals proficiat met jouw winst in onze “dronewedstrijd”. Binnenkort gaan we samen op pad om jouw project naar keuze te filmen met onze drone. Wat ga je precies met deze film doen?
Ik ga die sowieso delen op mijn sociale media. En natuurlijk ook op mijn website zetten.
Gebruik je vaak sociale media?
Ik heb een Facebook en Instagram account, maar gebruik die eigenlijk zelden. Is ook niet altijd even evident om zaken te posten: bepaalde klanten willen bv. geen foto van hun tuin op de sociale media zien verschijnen. Zeker niet als hun huis ook op die foto staat. Privacy is heel belangrijk voor hen.
Maar ik ben me er wel van bewust dat eventuele nieuwe klanten wel even op mijn profielen of website gaan kijken om te zien wie ik ben. Dat wel. Daarom heb ik op mijn website ook een portfolio sectie.
Hoe geraak je aan je klanten?
Meestal via-via. Mond-aan-mondreclame is alles in onze branche.
Ik werk echt heel lokaal. Rond de eigen kerktoren zeg maar. Daar heb ik voldoende werk. Maar mijn vrouw is van Brugge: soms doe ik daarom in het Brugse ook wel eens een werf. Onlangs deed ik bv. ook een project in Knokke. Maar grotendeels werk ik dus in de eigen streek, in Waasmunster.
Soms sponseer ik ook bepaalde lokale initiatieven, uit sympathie, maar natuurlijk ook om wat extra naambekendheid te creëren.
Laten we even terug gaan naar het begin, Bert: hoe ben jij tuinaanlegger geworden? Vanwaar die keuze?
Mijn grootvader was een echte buitenmens: een duivenmelker, maar hij had ook een grote moestuin. Ik herinner mij dat ik als kind hem vaak mocht gaan helpen. Dat was rond de leeftijd dat ik op school ook een studiekeuze moest maken. Algemene vakken zoals Frans en economie e.d…. dat lag me echt niet. En omdat ik zo graag in de tuin bezig was, koos ik ervoor om naar de tuinbouwschool in Sint-Niklaas te gaan. Ik had daar echt goede leerkrachten, die me heel sterk konden motiveren.

Heb je het dan over de Broederschool Biotechnische & Sport?
Eerder dit jaar deed ik daar nog een voordracht over “de bodem en zijn acroniemen”.
Ja, inderdaad.
Ik was daar supertevreden op die school en heb er nog steeds goede contacteren. Meer zelfs: vaak krijg ik zelf stagiairs van die school, die mij dan komen helpen.
| Lees hier het blogbericht “De bodem en zijn acroniemen”. |
|---|
![]() |
Een kleine wereld. Maar ik heb je onderbroken: vertel gerust verder…
Toen ik daar op school zat, moest ik zelf ook stage lopen. Mijn stageplaats was bij Aster tuinen. Dat was een topervaring. Ik mocht meteen de handen uit de mouwen steken. Niet alleen maar “opkuisen” en “kijken”, zoals stagiairs wel vaker moeten doen. Ik mocht echt alle handelingen doen, zoals bv. frezen.
Het liep echt goed: Rik en Betty, de drijvende krachten achter Aster tuinen, waren ook heel tevreden. Zo mocht ik tijdens de schoolvakanties daar ook gaan werken. En na mijn afstuderen kon ik er meteen aan de slag.
Uiteindelijk heb ik er 5 jaar gewerkt, maar toen stopte Aster. Ik was toen pas 23 jaar. Ik heb wel even getwijfeld om de zaak over te nemen. Maar uiteindelijk kwam die stap nog net te vroeg voor mij, ik was nog te jong.
Ik heb toen nog een aantal jaar bij een andere tuinaanlegger in loondienst gegaan. In het begin was het plezant en uitdagend, maar mettertijd werd het meer en meer een sleur: vooral veel snoeien. Ik voelde me ook klaar om op eigen benen te staan en zo ben ik dan toch op zelfstandige basis begonnen.
Dat was in 2006: intussen ben ik al 18 jaar tuinaanlegger (lacht).
Top. Je hebt al een gans parcours afgelegd. Werk je alleen of met een team
![]() |
Tuinen Bert Bauwens is een echte eenmanszaak. Vroeger hielp mijn vader ook nog wel mee, maar hij is nu al een tijdje op pensioen. Wel gebeurt het, dat ik met een aantal collega’s samen aan een bepaald project werk. Ik heb zo een inner circle van vaste mensen, waar ik vaak mee samenwerk. Als ik dan bv. een project met een zwemvijver doe, besteed ik die dan uit aan die bepaalde collega, die er meer in gespecialiseerd is. |
Ik ben er net trots op dat ik meestal van A tot Z werk bij een klant. En ik moet het wel goed doen: waar we aanleggen, moet ik nadien ook vaak teruggaan om het onderhoud van de tuin te verzorgen (lacht).
Daar twijfel ik niet aan. Je zegt van A tot Z: ontwerp je dan zelf ook tuinen? Ik bedoel het uittekenen ervan?
Klanten kunnen sowieso bij mij terecht om iets te laten ontwerpen. Kleinere projecten teken ik zelf. De iets grotere geef ik wel door aan een bevriende tuinarchitect, waar ik vaak mee samenwerk.
Hoeveel projecten doe je zo op jaarbasis?
Oei, dat is moeilijk te beantwoorden. Het hangt nl. heel sterk af van de grootte van de projecten, natuurlijk.
Soms komt er bij een bepaald project ook extra werk bij kijken. Meetings bv., waar er ook veel tijd in kruipt. Zo ben ik momenteel bezig aan een project in het centrum van Gent. Vrij groot, met o.a. ook een zwemvijver. Dan komen er ook werfvergaderingen bij, met de aannemer en zo. Vooral om alles goed te plannen, zodat de verschillende uit te voeren werken mooi op elkaar kunnen aansluiten.
Ik wil graag nog even terugkeren naar jouw opleiding op de tuinbouwschool. Zoals je wellicht weet heeft de Nationale Grasdag ook een 2de dag, speciaal ingericht voor scholen. Dit jaar kwamen daar meer dan 600 tuinbouwstudenten af, wat enorm is.
Dat is inderdaad veel, maar eerlijk: ik verschiet daar niet van.
En ik hoop dat wij daar ook ons steentje aan toe bijdragen. Met “wij” bedoel ik de Commissie Groen Ondernemen VZW.
We zijn een VZW, die zich tot doel stelt het beroep van tuinaannemer te promoten en te professionaliseren. Meer concreet:
Vroeger heette het nog “Commissie Groen Jong Ondernemen”, maar we zijn allemaal wat ouder geworden en die “jong is weg” (lacht).
We zijn met een 10-tal bestuurders:

Een van de zaken, die we doen is het organiseren van de wedstrijd “beloftevolle hovenier”.
Een soort beroepenwedstrijd, maar specifiek voor de tuinbouwscholen. We doen dit samen met de Belgische Federatie Groenvoorzieners (BFG-FBEP), die onlangs van naam veranderde en nu Pro4Green is.
Dat lijkt me heel interessant: kan je wat meer vertellen over die “beloftevolle hovenier”?
Jazeker. De wedstrijd verloopt in twee fases:
De winnaar krijgt dan een trofee. En eeuwige roem (lacht).
Is dat per school of zijn dat individuele leerlingen, die hieraan meedoen?
De school schuift zelf 3 leerlingen naar voor om hun school te vertegenwoordigen. Dat kunnen de “topleerlingen” zijn, maar dat hoeft niet. Sommige scholen bepalen elk via lottrekking wie mag gaan. Of ze maken gericht een “mixed team”: een leerling voor de plantenproef, iemand voor de praktische proef en nog eentje voor de kennisvragen.
We merken dat dit concept echt leeft onder de scholen. Zo ging dit jaar reeds voor de 15de keer de wedstrijd door en hadden alle 20 de Vlaamse tuinbouwscholen zich ingeschreven.
En wie was vorig jaar de laureaat?
In 2024 heeft het LTI Oedelem gewonnen. De 2de plaats was voor het PTI Kortrijk. En brons voor de Wijnpers Leuven.

Leuk! Zoals ik daarnet zei geef ook soms voordrachten op tuinbouwscholen. Zo was ik in maart nog op het PTI in Kortrijk. Heel leuk om te doen, trouwens. Ik verbaas me er altijd over dat tuinbouwleerlingen echt wel heel polyvalent moeten zijn en “van alles een beetje moeten weten en kunnen”.
Ja, effectief. Dat wordt soms onderschat. Ik erger mij er soms wel een beetje aan, dat sommige zaken toch verdwijnen. Kennis van plantennamen bijvoorbeeld. Die “mensen in Brussel” vinden dat precies niet meer zo belangrijk. Terwijl dat toch de basis is van alles! Als je dat weet, dan kan je daar ook aan koppelen wanneer je die moet planten, snoeien, enz.
"Een tuinaanlegger moet niet alleen veel weten (over bodems, planten, producten, …), maar ook veel kunnen. Er komen ook veel technische zaken bij kijken: terrassen leggen, zwemvijvers, elektriciteit voor verlichting, etc. Maar al doende leert men ook veel. En het is net die afwisseling, die het vak voor mij ook zo bijzonder interessant maakt".
Een tuinaanlegger moet veel weten en kunnen, maar dingen veranderen ook snel: hoe blijf jij op de hoogte van alle nieuwigheden, trends, enz.?
Het eerste wat ik deed als ik zelfstandige werd, is me aansluiten bij de beroepsfederatie, het BFG-FBEP. Die organiseren bv. infoavonden, waar ik zoveel mogelijk naartoe ga. Of boeiende uitstappen. Zo gingen we onlangs naar voetbalclub Westerlo, waar de greenkeeper ons veel interessants kon vertellen. En tonen.
Je leert ook veel uit gesprekken met collega’s.
Ook interessant: beurzen zoals de Nationale Grasdag en Agribex. Daar ontmoet je vele collega’s, maar ook de producenten met al hun nieuwigheden. Of kan je vragen stellen.
Ik sta ook open voor alle input. En ik ben zeker niet te groots om vragen te stellen als ik bepaalde zaken niet weet.
En nogmaals: die jongerencommissie is echt heel belangrijk voor mij. Zo hebben we ook een Whatsappgroep, waarin vragen gesteld kunnen worden. Stomweg zaken als “ik heb Rododendrons nodig, wie weet een goede leverancier?”: binnen een mum van tijd krijg je dan 8 antwoorden of zo (lacht).
Het is wel een leuke branche lijkt me om in te werken: dat je zo open vragen kunt stellen…
Let op: niet iedereen staat daar evenveel voor open, hoor. Maar toch velen. En zeker in die commissie: we zijn concullega’s eigenlijk, maar vaak ook echt vrienden. We spreken soms samen af met de vrouwen en kinderen. Sommigen gaan zelfs samen op reis (lacht).
Ik heb ook geen geheimen voor collega’s. Ze mogen me alles vragen: als ik kan helpen, zal ik het zeker doen. Omgekeerd is het ook leuk als je kan vragen aan iemand: “ik zit met dit probleem, hoe zou jij het doen?”. Nee?
Jazeker, ik snap dat volledig. Dus relaties zijn voor jou heel belangrijk?
Superbelangrijk. Een voorbeeld: op een beurs ontmoette ik ooit Eric Truyers van Advanta. Meteen had ik daar een klik mee: een man met veel kennis, die ze graag deelt. Als ik nu vragen heb, dan pak ik mijn telefoon en kan ik hem bellen. Zo wordt ik heel snel en goed geholpen. Voor mijn project in Lebbeke had ik bv. een vraag over de bodemsamenstelling: moest Eric gekund hebben, dan kwam hij zelfs persoonlijk af om te kijken (lacht).
Een goede contactpersoon hebben bij je leveranciers is echt heel belangrijk.
Waar koop jij zoal jouw producten?
Ik ga vaak langs bij Greenex in Hamme. Da’s lekker makkelijk omdat ik daar ook mijn groenafval kan storten.
Maar ik koop ook veel bij Intergrow, via Thomas Van den haute. Ook makkelijk, want die leveren op de werf zelf.
Soms ook bij De Witte bvba in Lochristi.
En waar haal je jouw plantenmateriaal?
Dat hangt echt af van het project zelf. Is een beetje kijken wat ik precies nodig heb en wie het op dat moment ter beschikking heeft.
Maar met Peter Rimbaut in Schellebelle en Calle-Plant in Wetteren werk ik wel vaker samen. Die laatste is trouwens een sponsor van de beroepenwedstrijd waar ik het net over had.
Voor echt grotere bomen ga ik ook vaak de grens over om in Nederland te gaan kijken.
Een vraag die ik graag stel: wat is jouw lievelingsplant of -boom?
Ja, een Zelkova vind ik wel heel mooi. Dat is een boom uit de iepenfamilie.
Maar ook een Magnolia of beverboom. Daar zijn er heel veel soorten en kruisingen van.
En ik ben enerzijds ook wel fan van de Gingko of Japanse notenboom. Ginkgo biloba eigenlijk. En anderzijds van de Cornus kousa (Japanse grootbloemige kornoelje).

Het “probleem” is echter dat er nu vaak voor inheemse planten wordt gekozen a la esdoorns, berken, zomereik, … Ik begrijp de redenering wel, maar an sich zijn er wel mooiere bomen dus (lacht).
Ik probeer in mijn plantenkeuze altijd wel te zorgen dat er in het voorjaar wat bloei is, in de zomer blad en in het najaar een mooie herfstverkleuring dan.
Merk je dat er door de klimaatverandering er nu andere bomen en struiken worden gekozen?
Goh, ik merk vooral dat er vaak dezelfde zaken worden gekozen nu, zoals steeneiken bv. Mensen zien bv. op sociale media iets en willen het ook.
Er zijn 2 dingen die klanten vaak vragen. Ten eerste veel privacy, geen inkijk. En ten tweede zo weinig mogelijk onderhoud. Vandaar de keuze voor de steeneiken bv.
En zo komen mensen vaak op dezelfde zaken uit. Dan probeer ik wel een beetje tegengas te geven (lacht): op de duur is het anders allemaal hetzelfde.
Het is vooral de waterhuishouding, die voor problemen zal zorgen. En al zorgt eigenlijk. Hoe kunnen we in de zomer zorgen dat de planten voldoende water hebben? En omgekeerd: in de winter dat het overschot aan water weg kan?
De juiste bodem en bodembewerkingen zijn dan heel belangrijk. En producten zoals TerraCottem.
Hoe ben je ooit met TerraCottem in contact gekomen?
Ik heb het leren kennen op een beurs, dacht ik. Het leek me interessant, omdat ik vaak op droge gronden werk. Een product dat water kan vasthouden: dat had ik nodig (lacht)!
Gebruik je vaak TerraCottem?
Ja, toch heel veel. Zeker hier in de streek waar er veel zandgronden zijn. Bij gazonaanleg meng ik TerraCottem in feite min of meer standaard in al. Zeker in tuinen zonder sproeisystemen.
Ik merk soms dat ik in vergelijking met sommige anderen wat duurder ben. Maar ik weiger aan kwaliteit in te boeten om goedkoper te kunnen zijn.

Wie kiest eigenlijk welke producten er gebruikt worden: is dat de klant die er specifiek achter vraagt, of jij als tuinaanlegger die een aanbeveling doet?
Voor gazonaanleg start ik eigenlijk altijd vanuit een bodemanalyse. Meten is weten. Die €100 is heel makkelijk terugverdient, als je daarna de juiste stappen volgt én aanbevolen producten gebruikt.
Op basis van die analyse kies ik welke producten er nodig zijn, al dan niet na overleg met de leverancier(s).
En als je dat weet, dan kan je een kostenraming maken voor de klant. Die kan dan in principe wel nog zeggen: “dit en dit wil ik niet”. Maar dat gebeurt eigenlijk niet. Omdat enerzijds de klant vaak gewoon niet de kennis heeft over die producten, en anderzijds – heel belangrijk - het vertrouwen er is dat het wel degelijk nodig is, een meerwaarde heeft.
Ik adviseer nooit zaken, die niet nodig zijn. Ik wil gewoon kwaliteit leveren. En projecten afleveren, die op lange termijn mooi blijven. Het “probleem” is soms, dat de zaken die we als tuinaanlegger adviseren niet onmiddellijk zichtbaar zijn. Waarom bv. diepspitten? Waarom bv. TerraCottem gebruiken. Dan vergelijk ik altijd met een betonfundering: de betonnetten zie je ook niet he, maar die zijn broodnodig!
Welke TerraCottem bodemverbeteraars gebruik je?
Laten we zeggen dat ik in de grote projecten standaard wel TerraCottem voorzie.
Ik neem jullie staalflesjes ook mee naar de klanten: om fysiek te kunnen tonen wat TerraCottem is. Als mensen een product kunnen zien en voelen, zijn ze makkelijker mee in het verhaal.
Er zit trouwens ook vaak een doseringsvraag over TerraCottem in de kennisvragen bij de jongerencommissie (lacht).
Heb jij een bepaalde stijl, Bert?
Nee, niet echt. Dat hangt echt af van wat de klant wil. Ik heb al moderne, strakke tuinen aangelegd. Maar ook landelijke.
Heb jij bepaalde projecten, die je graag eens in de kijker zet?
Ja, 10 jaar geleden heb ik een zilveren medaille behaald in de wedstrijd van de Vlaamse Tuinaannemer. ![]() |
Het betrof een klein stadstuintje hier in Waasmunster.
Dit jaar wil ik opnieuw mee doen aan die wedstrijd, opnieuw met een tuin in Waasmunster.
2222222222222222222222
En momenteel ben ik bezig op een werf in Lebbeke. Binnenkort wordt de TerraCottem dan ingewerkt, zowel bij het gazon als voor de beplanting. Er komen ook enkele grote bomen.
3333333333333333333333333333
Dit project is ook de moeite waard om aan te halen, in hartje Gent.
De eerste gesprekken met de klant dateren al van 5 jaar geleden. Een “klein projectje” moest het worden. Het betrof een oud herenhuis, dat volledig gerenoveerd moest worden. De binnentuin moest volledig aangelegd worden. De vereiste was dat er ook een zwemvijver in de tuin moest komen. “Anders zouden de kinderen niet willen verhuizen naar daar” (lacht).
Twee jaar geleden hebben we dan het tuinplan getekend en uitgewerkt. We zijn daarna heel druk bezig geweest met de uitvoering ervan:
44444444444444444444444444444
En supertevreden van het eindresultaat:
5555555555555555555555
En misschien nog een leuke anekdote om at te ronden (knipoogt).
Rond een dokterspraktijk wou de dokter een onderhoudsvriendelijke beplanting. Maar het mocht niet veel kosten. En het was al vrij laat in het jaar, half juni of zo. De enigste oplossing was een bloemenweide. Alle grondwerken gedaan, natuurlijk TerraCottem ingewerkt (knipoogt) en de veldbloemen ingezaaid. Op het einde van de zomer kwam ik de dokter toevallig tegen. Die was super enthousiast: “de klanten spreken ons aan: zo mooi die bloemenweide”. Daar doe je het voor he (trots).
66666666666666666666666
Kom je vaak terug op projecten?
Eigenlijk wel, omdat ik vaak ook voor het onderhoud insta.
Heb je tenslotte nog een tip voor de lezers?
Mijn gouden tip is:
"Investeer in je grond! Dat is het begin van alles. Als het in de bodem al niet goed zit, dan kan het project nooit slagen.Vaak willen de mensen net daar op besparen, omdat ze het niet kunnen zien. Het is niet tastbaar".
TUINEN BERT BAUWENS
Warandestraat 12
9250 Waasmunster
T: 052/46.21.73
E: info@tuinenbertbauwens.be
W: www.tuinenbertbauwens.be
Wil je ook graag eens in de kijker staan?
Dat kan!
Stuur snel een mailtje naar marketing@terracottem.be en we plannen samen een online meeting in.
Deze website maakt gebruik van cookies.